Duurzame gevels voor het energie- en technologiepark in Trier

Milieuvriendelijke nieuwbouw

Doordat het nieuwe gebouw over uitstekende geluidsisolatie beschikt, kunnen de drie geplande repetitiepodia tegelijkertijd worden gebruikt. De functie van het gebouw is een nieuwe uitdaging, maar duurzaamheid is het belangrijkste aandachtspunt van dit project, net zoals bij alle bouwprojecten op de Grüneberg in Trier.

De architect en projectmanager Michael Oberhoffer vertelt: “We gebruiken een vloerplaat die alleen maar verlengd hoeft te worden. Verder gebruiken we later in het proces zoveel mogelijk hout. Ook bepalen we de constructie van de muur en de plafonds op basis van het kunnen scheiden, demonteren en recyclen van de materialen als het gebouw gesloopt of vervangen dient te worden. Daarnaast installeren we zoveel mogelijk fotovoltaïsche zonnepalen op het dak om zo elektriciteit op te wekken voor het gebouw. Net als bij het hele ETP wordt de warmte opgewekt in de naburige rioolwaterzuiveringsinstallatie.”

Bij het nieuwe gebouw wordt dus gebruikgemaakt van hetzelfde principe als bij de oudere, gerenoveerde gebouwen: verspilling van bouwmaterialen wordt vermeden, er worden recyclebare bouwstructuren gebruikt en elektriciteit en warmte worden voor alle gebouwen op een duurzame en CO2-neutrale wijze opgewekt.

Eco-effectieve uitbreiding en verbouwing 

Bij het bouwen van het ETP is vanaf het begin rekening gehouden met de eisen van de Duitse Raad voor Duurzaam Bouwen (DGNB). De meeste gebouwen zijn uitgebreid en verbouwd op een eco-effectieve manier op basis van het Cradle to Cradle®-principe. Dankzij dit principe en omdat de gebouwen zelfvoorzienend en CO2-neutraal zijn, heeft de DGNB een gouden pre-certificaat afgegeven aan het ETP Trier en is het terrein nu gecategoriseerd als een ‘duurzaam commercieel district’.

De projectmanager en architect Christian Reinert, hoofd vastgoedontwikkeling bij SWT, vertelt over de duurzame gevelbekleding: “Voor de buitenkant van de gebouwen kozen we voor robuuste en weerbestendige gevelbekleding gemaakt van duurzame grondstoffen. De steenwolisolatie en panelen zijn gemaakt van onder andere basalt.

In de fabriek van ROCKWOOL worden snijresten en oud materiaal afkomstig van de sloop van oude gebouwen verwerkt tot nieuwe producten. Hierdoor wordt de circulaire economie versterkt. De verf die Rockpanel gebruikt voor de panelen is op waterbasis, is uv-bestendig, is vuilafstotend, is niet brandbaar en is erg duurzaam. Door al deze voordelen hebben ze ook weinig onderhoud nodig.”

Onderhoudsarme gevels in eigen beheer geïnstalleerd 

De metaalwerkplaats van Stadtwerke Trier installeerde de panelen zelf. Volgens de betrokken medewerkers was het zagen en bevestigen van de panelen erg snel en eenvoudig. Oberhoffer benadrukt: “De ventilatie aan de achterkant van het gebouw heeft een positief effect op het klimaat binnen het gebouw.” Alle panelen werden op een aluminium onderconstructie bevestigd. “Het hele proces is erg eenvoudig. Omdat Rockpanel de klinknagelkoppen in dezelfde kleur levert als de panelen, zijn ze dus haast onzichtbaar.” 

Uniek kleurontwerp voor elk gebouw 

Het planningsteam van SWT heeft een plan opgesteld voor het op maat zagen van de panelen en het kiezen van de kleuren voor de gebouwen. Architect en projectmanager Reinert vertelt: “Natuurlijk wilden we dat de gebouwen er harmonieus uit zouden zien, maar het was ook belangrijk dat de typen gebouwen van een afstand gemakkelijk te onderscheiden waren. Dit is gelukt door de administratiegebouwen, werkplaatsen en magazijnen verschillende groen- en poedertinten te geven uit het brede assortiment van Rockpanels Colours. Om de gebouwen toch een modern tintje te kunnen geven, combineerden we deze kleuren met licht- of middengrijs.” 

De panelen werden verticaal in verschillende breedtes en in drie stroken gemonteerd. Bij hoge gebouwen werden deze in vier stroken gemonteerd. “Zo konden we het afval tot een minimum beperken,”  legt Reinert uit. Veel van de panelen hadden de standaardlengte van Rockpanel. “Vanaf de hoeken van de gebouwen gebruikten we de panelen volledig, voor de helft of een derde van de breedte. Hoewel de gebouwen er allemaal anders uitzien, kun je toch een consistent ontwerp vinden voor alle gebouwen van het ETP.”